Het kabinet heeft bekendgemaakt hoe de eerste twee vrijwillige uitkoopregelingen voor veehouders eruit gaan zien. Daar is in eerste instantie een half miljard euro voor beschikbaar.
Het uitkopen van boeren rond natuurgebieden is één van de belangrijkste manieren waarmee minister Christianne van der Wal (Natuur & Stikstof) en het kabinet de stikstofcrisis hopen op te lossen. In het regeerakkoord hebben VVD, D66,CDA en CU daarvoor tot 2035 liefst 7,5 miljard euro gereserveerd.
In een op 10 mei 2022 gepubliceerde internetconsultatie worden de details van de eerste twee regelingen onthuld: veehouders die een bepaald minimum aan stikstof uitstoten – ten minste 50 mol stikstof per jaar – krijgen honderd procent van de marktwaarde van hun bedrijf vergoed. Zij moeten dan wel ten minste 95 procent van hun koeien, 80 procent van hun varkens, kippen of kalkoenen blijvend opgeven.
Voor de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (LBV) is een half miljard euro beschikbaar: 270 miljoen euro voor het stoppen van melkveehouders, 115 miljoen voor pluimveehouders (kippen en kalkoenen) en 115 miljoen euro voor varkenshouders. Voor de tweede uitkoopregeling – de tweede tranche van de maatregelgerichte aankoop en beëindiging (MGA-2) – is 250 miljoen euro beschikbaar. Deze regeling wordt uitgevoerd door provincies.
In het voorwoord van de internetconsulatie prijst het kabinet de LBV alvast in ronkende bewoordingen aan. ,,Omdat we de beoogde stikstofreductie snel willen realiseren, worden deze stoppersregelingen zo aantrekkelijk mogelijk ingericht.” Boeren kunnen tot en met 13 juni commentaar leveren op de voorwaarden.
Stikstofminister Van der Wal wil in ieder geval snel doorpakken en zei eind maart tegen deze site al het ‘woest aantrekkelijk’ te willen maken voor boeren om zich uit te laten kopen.
Bedoeling is dat de eerste veehouders al dit jaar kunnen reageren op het overheidsaanbod. Tot halverwege 2023 moeten vervolgens meters worden gemaakt. Mochten echter niet genoeg veehouders vrijwillig stoppen dan volgt mogelijk onteigening.
Door de uitstoot van stikstof wordt de natuur te veel aangetast en dat is tegen Europese regels. De Raad van State zette daarom in 2019 een streep door het Nederlandse stikstofbeleid. Gevolg: 20.000 vergunningen voor bouw- en infraprojecten kwamen stil te liggen. Mede daardoor is de urgentie groot. Bovendien blijkt uit nieuwe berekeningen op het ministerie dat de staat van de natuur nog slechter is dan al werd gedacht.
Tot 2030 moet daarom driekwart van de gebieden onder de zogeheten ‘kritische depositiewaarde’ komen. Dit houdt in dat de hoeveelheid stikstof die daar neerdaalt niet meer schadelijk mag zijn.
Bron: AD (10-05-’22)